Net als de wezel of de das maakt de otter deel uit van de grote familie van de marterachtigen. Het is een semi-waterdier dat leeft langs rivieren en beken met zuiver water (dus weinig vervuild) en brede, begroeide oevers die rijk zijn aan voedsel zoals vis, kreeften of amfibieën.
In de 20ste eeuw verdween de otter uit veel Europese regio's. Vissers vonden hem een te grote veelvraat, waardoor er intens op hem werd gejaagd. Daarna speelde vooral de vernietiging en vervuiling van zijn habitat een grote rol in de achteruitgang van de populaties.
Sinds 1983 is de otter beschermd in België. Later werd de otter ook op Europees niveau beschermd. Gelukkig is het visbestand in Vlaanderen er vandaag al veel beter aan toe dan in de jaren zeventig en tachtig. 'Jammer genoeg tellen we tegenwoordig in België nog maar enkele otters', vertelt Céline De Caluwé, verantwoordelijke van het otterprogramma. 'Zijn bescherming is nochtans essentieel, want de otter is een paraplusoort. Dat betekent dat we met zijn bescherming tal van andere soorten kunnen helpen zoals vissen, vogels of amfibieën.'
In België kampt de otter met drie grote bedreigingen. Zijn habitat is voor een groot deel verwoest en versnipperd, veel vochtige zones zijn verdwenen, oevers zijn gebetonneerd en gekanaliseerd en rivieren vervuild. Bovendien vindt de otter in veel regio’s niet genoeg voedsel meer, want de visbiomassa is op veel plaatsen heel laag. Daarenboven zijn veel van onze rivieren nog vervuild met onder andere kwik en PCB’s.
Om de habitat van de otter te herstellen, werkt WWF-België op drie pijlers: rivieren en wetlands ecologisch herstellen en verbinden, veilige oversteekplaatsen onder wegen aanleggen en de vervuiling van het water aankaarten. Het otterprogramma ging in 2018 van start.
We concentreren ons werk op drie regio’s:
De uitdaging is groot, maar we willen in België een gezonde otterpopulatie bekomen door hun habitats te herstellen en te verbinden.