Groene energie: de garanties van oorsprong

 

Vandaag bieden energieleveranciers contracten aan met zogenaamd 100% groene elektriciteit. Dat klinkt mooi, maar de realiteit is vaak anders. Dit heeft te maken met het systeem dat aan de basis ligt van deze contracten: de garanties van oorsprong. De EU heeft vastgelegd dat elke megawattuur groene stroom die op het elektriciteitsnetwerk wordt geplaatst één garantie van oorsprong genereert. Het uitgangspunt van dit systeem, een label dat klanten informeert over de oorsprong van hun elektriciteit, is op zich lovenswaardig.

Het probleem is echter dat het label niet rechtstreeks kan worden gekoppeld aan het product: eenmaal elektriciteit op het netwerk is geplaatst, kan men deze niet meer volgen. Dit is anders dan bijvoorbeeld FSC-gecertificeerd hout of papier. Een energieleverancier kan dus een garantie van oorsprong aankopen zonder dat de elektriciteit die hij effectief aan zijn klanten levert groen is.

Een tweede zorg is dat het aanbod van garanties van oorsprong de vraag ver overstijgt. De meeste EU lidstaten maken, in tegenstelling tot België, geen gebruik van groenestroomcontracten gebaseerd op garanties van oorsprong. Het gevolg is dat de prijs voor zo’n garantie bijzonder laag is (bij benadering 50 eurocent). Samengevat, een energieleverancier kan elektriciteit afkomstig van kern-, koolcentrales of gascentrales zeer goedkoop groen wassen door de aankoop van garanties van oorsprong.

Gelukkig zijn er energieleveranciers die bewust kiezen om te investeren in hernieuwbare energie, via de ontwikkeling van eigen productiecapaciteit en/of de aankoop van werkelijk groene stroom. Meer informatie en een ranking van energieleveranciers vind je terug op de Greenpeace webpagina over groene stroom.