Sinds enkele jaren heeft de wolf zich terug gevestigd in de meeste Europese landen. Hier voedt dit grote roofdier zich voornamelijk met herten, reeën, wilde zwijnen, vogels en soms zelfs bevers! De wolf leeft in een roedel. Deze kan bestaan uit een zich voortplantend koppel en hun jongen van twee jaar oud, een jaar oud en die van het huidige jaar. In Europa zijn de roedels zelden groter dan tien individuen. Elke roedel bezet een groot gebied van enkele honderden vierkante kilometers.
In 2018 werd geschat dat er in Frankrijk en Duitsland respectievelijk meer dan 80 en meer dan 100 gebieden bezet waren door de wolf. De wolvenpopulatie groeit er gestaag. Jonge wolven die de roedel verlaten, kunnen zich over grote afstanden verspreiden. Ze kunnen tot 50 km per dag afleggen en zich tot wel 2 000 km verder vestigen. Dit verklaart de vele waarnemingen van wolven in Nederland, Luxemburg en België die soms uit populaties komen die honderden kilometers verderop leven.
Begin 2018 verliet een wolvin met gps-halsband haar roedel in Duitsland om zich 500 km verder te vestigen in de provincie Limburg. Naya is de eerste wolvin van Vlaanderen sinds een heel lange tijd. Op 11 maart 2018 kwam een tweede wolf aan in Vlaanderen, maar hij viel meteen ten prooi aan het verkeer. In juni 2018 werd opnieuw een wolf waargenomen, ditmaal in de Waalse Hoge Venen. In augustus 2018 werd er een mannetjeswolf waargenomen. Hij kreeg de naam August en vormt nu een koppel met Naya. Begin 2019 waren er dus minstens drie wolven in België.
De voornaamste bedreigingen voor de wolf zijn enerzijds ons zeer gefragmenteerde landschap – België telt maar liefst 5 km wegen per vierkante kilometer – en anderzijds de stroperij. In sommige landen is het doden van wolven toegestaan, ondanks de wettelijke bescherming van de soort. Dit gebeurt vaak om de publieke opinie te sussen, zonder dat het een langetermijnoplossing vormt. 'Als we de legale of illegale jacht op wolven willen vermijden', legt Pepijn T’Hooft uit, de verantwoordelijke van het wolvenproject in België, 'is het cruciaal dat we het draagvlak voor de wolf versterken. Hiervoor moeten we samenwerken met de verschillende actoren en hen bijstaan in het zoeken naar oplossingen om terug succesvol samen te leven met de wolf.'
De wolf is een echt roofdier dat evenwel ongevaarlijk is voor de mens (opgelet: het blijft natuurlijk een wild dier). Toch is de angst voor de wolf een instinct dat aanwezig blijft bij veel mensen en waar we ook begrip voor kunnen opbrengen. Het merendeel van de veehouders en jagers hebben geen ervaring meer met het samenleven met de wolf. Dit maakt dat de terugkeer van de wolf niet voor iedereen zorgeloos verloopt, in het bijzonder voor veehouders. Er moeten dus oplossingen gevonden worden om deze uitdagingen aan te pakken, bijvoorbeeld door beschermingsmaatregelen te treffen (aangepaste omheiningen, kuddewaakhonden enz.). Wij zetten ons in om het draagvlak voor de wolf te versterken en werken hiervoor samen met alle betrokken actoren.
Samenwonen met de wolf begint bij een goede communicatie tussen de betrokken actoren en de burgers. Voor sommigen verloopt de terugkeer van de wolf niet zonder zorgen of gevolgen. Wolven kunnen immers vee en andere tamme dieren zoals schapen, als prooi beschouwen. WWF startte daarom verschillende communicatieprojecten op om de verschillende belanghebbenden samen te brengen en informatie uit te wisselen. Samen met Natuurpunt en Natagora (een Waalse natuurvereniging) richtten we een vrijwilligersnetwerk op om de boeren rechtstreeks te helpen met het nemen van maatregelen om hun vee te beschermen. We zijn ervan overtuigd dat we samen met alle actoren, van landbouwers tot natuurbeschermers, tot de beste oplossingen kunnen komen
De meeste Europese landen hebben een ‘wolvenplan’ opgesteld. Dit plan beschrijft onder meer hoe de soort opgevolgd zal worden, welke steun er mogelijk is voor de bescherming van het vee en op welke vergoedingen veehouders kunnen rekenen in geval van schade door de wolf. Dit type plan is erg belangrijk bij het beschermen van de wolf. WWF-België overlegt dan ook met de Belgische overheden om het best mogelijke plan op te stellen.