De 'Siberische' tijger, ook wel de 'Amoertijger' genoemd, is de grootste van alle tijgers. In de jaren 1940 waren ze bijna volledig uitgestorven. Er leefden nog maar 40 individuen in het wild. Dankzij de krachtige strijd tegen stroperij en andere natuurbehoudsinspanningen, is de populatie verhoogd naar ongeveer 450 individuen wereldwijd.
De habitat van de Siberische tijger strekt zich uit tot de bergketen van Sikhote-Alin in de provincies Primorski en Khabarovsk van het Russische Verre Oosten, kleine gebieden in de grensgebieden met China en mogelijk in Noord-Korea. Deze regio is één van de koudste op aarde. De winters zijn er lang en donker.
Ondanks de stijging in het aantal 'Siberische' tijgers ten opzichte van 1940, blijven er bedreigingen bestaan voor dit dier. De grootste bedreiging is stroperij, omdat er vraag is naar tijgeronderdelen op de zwarte markt. Volgens experten zijn deze stropers daarenboven zwaar bewapend, goed georganiseerd en hebben ze een internationaal netwerk.
Naast de stroperij komt er ook nog het verlies van de habitat, die een tweede grote bedreiging vormt voor de 'Siberische' tijger. De illegale houtkap, omzetting van bos naar landbouwgrond, de wegenbouw, bosbranden en een slechte naleving van de wetten blijven het overleven van deze ondersoort bedreigen.
WWF pleit voor een betere wetshandhaving en strengere wetten voor houtkap en de jacht. Om illegale handel te verminderen, trainen we het personeel en geven we ze de uitrustingen om het gebied beter te beschermen, ondersteunen we anti-stroperij brigades en trainen we douaneagenten over de hele regio. Omdat de 'Siberische' tijger over een groter gebied naar voedsel moet zoeken, werkt WWF samen met de jagersgemeenschap om ook hun prooien te beschermen, zoals herten en wilde zwijnen.