De Indische neushoorn is de grootste neushoornsoort in Azië. Je kan de Indische neushoorn herkennen aan zijn zwarte hoorn, die 20 tot 60 cm lang kan worden, en zijn bruingrijze huid met huidplooien die hem een gepantserd uiterlijk geven. Indische neushoorns leven solitair en komen alleen samen bij modderpoelen of om te grazen.
Vroeger kon je ze over het hele Indische subcontinent vinden, maar doordat erop gejaagd werd voor de sport, is hun populatie sterk gedaald. Zo sterk dat de soort bijna was uitgestorven in de 20e eeuw. In 1975 waren er nog maar 600 individuen in het wild. Dankzij strenge maatregelen om de neushoornpopulaties in stand te houden, zijn hun aantallen terug gestegen.
De jacht was een belangrijk onderdeel van de historische daling van de Indische neushoorn. Er werd vooral op hen gejaagd door Europeanen en Aziaten.
Begin 1900 werd de jacht verboden in delen van India en Myanmar. Desondanks wordt de Indische neushoorn nog altijd gestroopt, vooral door de groeiende vraag naar hoorns.
WWF werkt in India en Nepal om de Indische neushoorns te behouden door antistroperij-inspanningen te versterken en beschermde gebieden te beheren. We proberen ook hun verspreidingsgebied te herstellen, extra populaties te creëren door populaties te introduceren in nieuwe gebieden en door samen te werken met lokale populaties in Nepal om hen bewust te maken van de economische voordelen van de aanwezigheid van neushoorns in het wild.