Europese bizons, ook wisenten genoemd, zijn de zwaarste en grootste landzoogdieren van Europa. Maar daarom zijn ze niet de traagste, ze kunnen tot wel 60 km per uur rennen. Ze hebben een ruige, wollige en dikke vacht. In de zomer is de vacht bruin en in de winter donkerder van kleur. Op de kop en het uiteinde van de staart zitten zwarte haren.
Europese bizons zijn familie van de Amerikaanse bizons en vertonen duidelijke gelijkenissen. Toch zijn er verschillen: Amerikaanse bizons hebben langer haar dan de Europese en leven op de prairies in Amerika. Het is daar kouder dan in de bossen waar de Europese bizons leven. De bochel op de rug van Europese bizons is kleiner dan die van Amerikaanse bizons. Ook zijn de Europese donkerder van kleur dan de Amerikaanse bizons.
Ooit leefde de Europese bizon in heel Europa, behalve mogelijks in het noorden van Scandinavië, in zuidelijke delen van het Iberisch schiereiland en in Italië. Er werd jacht gemaakt op het dier tot het uiteindelijk uitstierf in het wild, in 1927. Toen bleven er slechts 54 individuen over, allen in gevangenschap.
Een traag maar succesvol kweek- en herintroductieprogramma in Centraal- en Oost-Europa hielp om opnieuw een populatie in het wild te stichten. De Europese bizon is nu, met iets minder dan 3500 dieren die in vrije of semi-vrije kuddes leven, een zeldzamere diersoort dan de zwarte neushoorn in Afrika.
WWF werkt samen met partner Rewilding Europe, een organisatie die opnieuw plaats wil geven aan de wilde natuur in Europa, aan de herintroductie van de Europese bizons in de Karpaten. We zullen jaarlijks bizons blijven vrijlaten, om een populatie van minstens 300 wilde, vrij rondtrekkende Europese bizons op te bouwen tegen 2025.