De Mekong is meer in dan enkel een landschap, het is een ecosysteem dat ongeveer 1100 aquatische soorten herbergt, waarvan 87% migrerende soorten. Deze soorten moeten vrij kunnen bewegen, of dat nu stroomopwaarts of stroomafwaarts is, en niet alleen voor de schoonheid ervan. De Mekong is de grootste zoetwaterzone waarin gevist wordt ter wereld. Het voorziet elk jaar in bijna twee miljoen ton vis voor de bevolking, en in Cambodja alleen al vertegenwoordigt vis 57% van de proteïne-inname van de bevolking.
Helaas voor het levende ecosysteem van de rivier, komen er steeds meer stuwdamprojecten in de regio: in Laos, Vietnam, maar ook in Cambodja. Sommigen hebben zelfs de bouw van een dam voor ogen op de plaats waar wij nu staan, wat tegen het gezond verstand ingaat want de regio is even plat als een polder, we zien geen enkel reliëf aan de horizon… en bovendien is niet echt duidelijk in welke vallei een stuwdam zou moeten komen…
Vanochtend 13 oktober verlaten we de Mekong om ons te verdiepen in de ecosystemen van het vasteland in de regio Kratie. De eerste biotoop is een stuk droog bos dat een 100 km van het noorden van Kratie ligt. De droge tropische bossen zijn gedurende het hele jaar onderworpen aan hoge temperaturen, aan veel neerslag maar ook aan een droog seizoen dat meerdere maanden duurt. Tijdens de droge periode kunnen bomen een deel of al hun blaadjes verliezen om zo voldoende vocht te behouden (bomen ’transpireren’ door hun blaadjes), en bovendien worden de bossen getekend door natuurlijke branden waarbij de bomen overleven. Wat het landschap betreft hebben deze bossen de bijzonderheid dat een weinig begroeid bladerdek hebben, wat zorgt voor een landschap, tussen savanne en bos.
De vroeger veelvoorkomende droge tropische bossen in het zuidoosten van Azië zijn tegenwoordig uitgedund in de regio. Zij die blijven bestaan zijn kostbaar door de specifieke soorten die zij herbergen, zowel de vegetatie als de dieren. Ze zijn bijvoorbeeld een broedplaats voor de Javaanse maraboe (Leptopilos javanicus). De aanwezigheid van deze soort geeft ons de mogelijkheid een om een beschermd gebied te creëren voor kwetsbare of bedreigde diersoorten. Wanneer het statuut van beschermd gebied is verkregen is het uitgesloten om er nog landbouw- of bosconcessies toe te kennen. Als er wel een bepaalde vergunning is toegekend voor een beschermd gebied hebben we tenminste serieuze middelen om hier tegenin te gaan.
Aan het einde van de ochtend hernemen we de weg naar het zuiden van de provincie, niet ver van Kratie. Dit omdat er onlangs goed nieuws is geweest in Cambodja: het zwijnshert van Indochina (Hyelaphus porcinus annamiticus) is er herontdekt. Dit aan het dwerghert verwante wordt geklasseerd als ‘bedreigd’, en sinds de herontdekking in de regio werken wij aan de bescherming van zijn habitat.
De aanwezigheid van een kwetsbaar of met uitsterven bedreigde soort wordt vaak gezien als een belangrijk argument om een ecosysteem te beschermen. Een bos of savanne waar geen fauna meer in te vinden is, zien velen als waardeloos. Het teruglopen in de hoeveelheid aan fauna is dus een stap voorafgaand aan ontbossing. Het is een van de redenen waardoor het van groot belang is om de soorten binnen hun habitat te bewaren, want door een dergelijk cascade-effect kan het hele ecosysteem beschermd worden.
Het samenleven van de lokale gemeenschappen met het zwijnshert gaat goed. Het dier komt iedere dag in de rijstvelden om zich met jonge scheuten te voeden en het laat daarbij sporen achter in de aarde, wat geen problemen schijnt te veroorzaken bij de gemeenschap die betrokken lijkt te zijn bij de bescherming van de soort. De vereniging tussen traditionele landbouwpraktijken en de bescherming van de natuur lijkt hier harmonieus samen te gaan. Het is een mooi voorbeeld van de doelstellingen om de natuur te beschermen en tegelijkertijd toegang te geven aan de grond van de inheemse bevolking. De beschermde zone zou dus het gebied tegen landbouw-en bosconcessies beschermen.
Aan het einde van de dag gaan we naar de rivier toe om de Irrawaddydolfijnen te ontmoeten. Lijkend op een beluga, maar meer verwant aan een orka, is de Irrawaddydolfijn een soort die leeft in de oceanen in de nabijheid van riviermondingen en in de rivieren van Zuidoost-Azië. Een populatie van 80 individuen leeft in een 180 km lang deel van de Mekong, zonder ooit toegang te hebben tot de zee. Voordat we aankomen op de plek waar de dolfijnen zich bevinden komen we langs de bekende vloedbossen.
We komen eindelijk in ‘Kampi Pool’ aan, de plaats waar de dolfijnen zich graag verzamelen aan het einde van de dag. Onze boot volgt langzaam de dolfijnen, maar blijft op veilige afstand.
De soort verkeert in ernstig gevaar van uitsterving, vooral bedreigd door de visserij met kieuwnetten en de visvangst met elektrische schokken, en krijgt te maken met dezelfde bedreigingen als de vissersgemeenschap waar we gisteren waren. Mochten de stuwdamprojecten doorgaan, dan zou dit waarschijnlijk het einde van de soort in de regio betekenen. 85 individuen in 180 km van een rivier is weinig, heel weinig. En we hebben het gevoel dat we getuige zijn van het einde…
De ontmoeting met de dolfijnen betekent het einde van ons bezoek aan Kratie. Morgen vertrekken we naar Mondulkiri, dichtbij de Vietnamese grens, om het project van de herintroductie van de tijger te ontdekken.